brunch - Zelfstandignaamwoord
1. maaltijd in de late ochtend of middag die tegelijk als ontbijt en als lunch dienst doet
♢ Voor de brunch graag telefonisch reserveren.
♢ Laten we van dit late ontbijt maar een brunch maken.
brunch - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brunchen
♢ Ik brunch
2. gebiedende wijs van brunchen
♢ brunch!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brunchen
♢ brunch je?
Woordherkomst
Leenwoord uit het Engels, portmanteau van breakfast en lunch.
Gepubliceerd op 10-11-2017
brunch
betekenis & definitie