brevier - Zelfstandignaamwoord
1. katholiek gebedenboek opgeplitst in vier delen, voor elk jaargetijde één
brevier - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brevieren
♢ Ik brevier
2. gebiedende wijs van brevieren
♢ brevier!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brevieren
♢ brevier je?
Gepubliceerd op 10-11-2017
brevier
betekenis & definitie