Gepubliceerd op 10-11-2017

breedtegraad

betekenis & definitie

breedtegraad - Zelfstandignaamwoord
1. (astronomie)(aardrijkskunde) een cirkel op het aardoppervlak, parallel aan de evenaar, waarop alle punten met gelijke geografische breedte (noord of zuid) liggen
Eindhoven en Londen liggen op dezelfde breedtegraad.

Woordherkomst
samenstelling van breedte en graad

Synoniemen
breedte, breedtecirkel, parallel, parallelcirkel

Verwante begrippen
navigatie, evenaar, noorderbreedte, zuiderbreedte, keerkring, poolcirkel, lengtegraad, meridiaan