Gepubliceerd op 10-11-2017

botsen

betekenis & definitie

botsen - Werkwoord
1. ergatief met een flinke snelheid tegen elkaar aankomen
Er botsten gisteren weer twee auto's frontaal tegen elkaar op de snelweg.
2. ergatief in een conflict of ruzie geraken
Zoals meestal botsten zij ook nu weer.

botsen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bots