boots - Zelfstandignaamwoord
1. (scheepvaart) benaming voor verschillende functies waarin leiding wordt gegeven aan een deel van de bemanning van een schip
boots - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord boot (schoeisel)
boots - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bootsen
♢ Ik boots
2. gebiedende wijs van bootsen
♢ boots!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bootsen
♢ boots je?
Woordherkomst
enkelvoud: verkorting van bootsman
meervoud: boot met de uitgang -s
Gepubliceerd op 10-11-2017
boots
betekenis & definitie