boon - Zelfstandignaamwoord
1. (plantkunde) (voeding) Phaseolus vulgaris Vicia faba vlinderbloemige plant met rode, witte of paarse bloemen, waaruit de eetbare peulvruchten groeien
2. zaadje uit de peulvrucht van enige vlinderbloemige planten, waarvan men alleen de zaden ofwel de gehele vrucht eet
Gepubliceerd op 19-10-2017
boon
betekenis & definitie