bloemleest - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bloemlezen
♢ Jij bloemleest
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bloemlezen
♢ Hij bloemleest
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van bloemlezen
♢ bloemleest!
Gepubliceerd op 30-10-2017
bloemleest
betekenis & definitie