blijft thuis - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuisblijven
♢ Jij blijft thuis
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuisblijven
♢ Hij blijft thuis
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van thuisblijven
♢ blijft thuis!
Woordherkomst
uit blijft (werkwoord) en thuis(bijwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Gepubliceerd op 30-10-2017
blijft thuis
betekenis & definitie