bijval - Zelfstandignaamwoord
1. openlijk geuite instemming, applaus, steun
♢ Hij kreeg direct bijval van medestudenten.
♢ De minister die veel kritiek kreeg was blij met elke bijval die hij ontving.
bijval - Werkwoord
1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijvallen
♢... dat ik bijval
Woordherkomst
van het Duits
Verwante begrippen
applaus, toejuiching
Gepubliceerd op 10-11-2017
bijval
betekenis & definitie