bezwaar - Zelfstandignaamwoord
1. bedenking
♢ Zijn bezwaar werd direct behandeld en opgelost.
2. moeilijkheid, nadeel
♢ Het plan om midden in de stad een windturbine te plaatsten heeft grote bezwaren.
bezwaar - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezwaren
♢ Ik bezwaar
2. gebiedende wijs van bezwaren
♢ bezwaar!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezwaren
♢ bezwaar je?
Gepubliceerd op 10-11-2017
bezwaar
betekenis & definitie