bezetting - Zelfstandignaamwoord
1. toestand waarbij het grondgebied van een land wordt bestuurd door een ander land
♢ Tijdens de bezetting van 1940 - 1945 waren de Duitsers de baas in Nederland, na de bevrijding waren de Nederlanders weer baas in eigen land.
2. het aantal van elk type instrument dat in een orkest meespeelt
♢ Het orkest speelde in de kleine zaal in een beperkte bezetting.
3. de spelers die meedoen aan een toneelstuk, musical, film of opera de cast
♢ Deze film heeft een internationale bezetting en zo hopen de producenten dat hij in veel landen succesvol zal zijn.
4. exclusief gebruik
Woordherkomst
Naamwoord van handeling van bezetten met het achtervoegsel -ing.
Gepubliceerd op 10-11-2017
bezetting
betekenis & definitie