Gepubliceerd op 17-10-2017

bezeten

betekenis & definitie

bezeten - Bijvoeglijk naamwoord
1. onder de invloed van een boze geest zijn
2. teveel onder invloed zijn van iets dat op zich niet slecht hoeft te zijn

bezeten - Werkwoord
1. voltooid deelwoord van bezitten

Woordherkomst
voltooid deelwoord van bezitten maar met een klinkerwisseling i-e (/ɪ/ - /e/)