Gepubliceerd op 10-11-2017

bevroeden

betekenis & definitie

bevroeden - Werkwoord
1. (inerg) begrijpen, vermoeden
Hij sprak die woorden uit, zonder te bevroeden hoe profetisch deze zouden zijn.
Hij had kunnen bevroeden dat het geen zuivere koffie was.

Woordherkomst
afgeleid van vroed (wijs) met het voorvoegsel be- en met het achtervoegsel -en