bestendig - Bijvoeglijk naamwoord
1. duurzaam, blijvend, niet veranderlijk, permanent
♢ Het is bestendig weer
2. bestendige opdracht aan de bank: machtiging tot periodieke overmaking van geld
♢ Hij betaalde zijn abonnement door middel van een bestendige opdracht aan de bank.
bestendig - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestendigen
♢ Ik bestendig
2. gebiedende wijs van bestendigen
♢ bestendig!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestendigen
♢ bestendig je?
Woordherkomst
afgeleid van bestand met het achtervoegsel -ig
Antoniemen
onbestendig
Gepubliceerd op 10-11-2017
bestendig
betekenis & definitie