Gepubliceerd op 10-11-2017

bespogen

betekenis & definitie

bespogen - Werkwoord
1. meervoud verleden tijd van bespugen
♢Wij bespogen
♢Jullie bespogen
♢Zij bespogen
2. voltooid deelwoord van bespugen

Woordherkomst
voltooid deelwoord van bespugen maar met een klinkerwisseling uu-oo (IPAː /y/ - /oː/)

Synoniemen
[1] bespuugden
[2] bespuugd