bespelen - Werkwoord
1. (ov) muziek maken op een muziekinstrument
♢ Mijn oma bespeelt een piano.
2. (ov) iemand tot iets aanzetten, invloed hebben op
♢ De nieuwe medewerker liet zich makkelijk bespelen.
♢ De politicus wist zijn publiek meesterlijk te bespelen.
Woordherkomst
Afgeleid van spelen met het voorvoegsel be-.
Gepubliceerd op 10-11-2017
bespelen
betekenis & definitie