bepalen - Werkwoord
1. (ov) met palen afzetten
2. (ov) vaststellen, voorschrijven, regelen
♢ Ik heb de afstand tot Groningen bepaald.
3. (ov) beslissend beïnvloeden
♢ Iedereen mag meepraten, maar de arts is toch degene die bepaalt wat er gebeurd.
4. zijn aandacht ~ op iets: beperken, richten
♢ Hij bepaalt zijn aandacht op de hoofdzaak, details laat hij aan zijn personeel over.
5. zich ~ tot: zich beperken tot
♢ Laten we niet in details treden, maar ons bepalen tot de hoofdzaak.
Woordherkomst
Afgeleid van paal met het voorvoegsel be-
Gepubliceerd op 10-11-2017
bepalen
betekenis & definitie