Gepubliceerd op 10-11-2017

beetgaar

betekenis & definitie

beetgaar - Bijvoeglijk naamwoord
1. (kookkunst) gaar maar met moet tijdens het eten nog wel bijten meestal betrekking hebbend op pasta of groente
- Snijd de bloemkool in kleine roosjes en kook deze in ongeveer 5 minuten beetgaar in water met wat zout. Giet ze af in een vergiet en laat ze daarin 10 minuten afkoelen.
- Beetgare pasta is niet plakkerig en dus makkelijk te eten.

Woordherkomst
samenstelling van beet(zelfstandig naamwoord) en gaar(bijvoeglijk naamwoord)

Synoniemen
al dente, bijtgaar