Gepubliceerd op 10-11-2017

beestje

betekenis & definitie

beestje - Zelfstandignaamwoord
1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord beest
Mijn hond is altijd een braaf beestje geweest, maar nu had hij toch iemand gebeten.
2. (zelfstandig verkleinwoord) een klein diertje, insect, bacterie, worm
Er zaten opeens een hele lading kleine beestjes op de voorruit.
3. (zelfstandig verkleinwoord) (informatica), (informeel) een foutje in het programma
Er zitten wat beestjes in de nieuwste versie van onze software.