beestje - Zelfstandignaamwoord
1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord beest
♢ Mijn hond is altijd een braaf beestje geweest, maar nu had hij toch iemand gebeten.
2. (zelfstandig verkleinwoord) een klein diertje, insect, bacterie, worm
♢ Er zaten opeens een hele lading kleine beestjes op de voorruit.
3. (zelfstandig verkleinwoord) (informatica), (informeel) een foutje in het programma
♢ Er zitten wat beestjes in de nieuwste versie van onze software.
Gepubliceerd op 10-11-2017
beestje
betekenis & definitie