been - Zelfstandignaamwoord
1. ledemaat waarop wordt gestaan en waarmee wordt gelopen
♢ Een mens heeft twee benen terwijl een hond vier poten heeft.
2. bot, zelfstandig onderdeel van een geraamte
♢ Een volwassen mens heeft ongeveer 200 beenderen.
3. (anatomie) stof waaruit benen/botten bestaan
♢ Been is hard door het kalk wat erin zit.
been - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van benen
♢ Ik been
2. gebiedende wijs van benen
♢ been!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van benen
♢ been je?
Synoniemen
[1] poot (vooral bij dieren en objecten)
[2] gebeente
Gepubliceerd op 10-11-2017
been
betekenis & definitie