bedriegen - Werkwoord
1. (ov) iemand met kwade opzet in de waan brengen, misleiden
♢ De handelaar bedroog zijn klanten.
2. (ov) ontrouw zijn aan
♢ De ontrouwe man bedroog zijn echtgenote.
3. bedrogen uitkomen: je krijgt niet wat je verachtte
♢ Als je dacht hier rijk te zullen worden kom je bedrogen uit.
Woordherkomst
Afgeleid van een niet langer bestaand werkwoord *driegen met het voorvoegsel be-.
Verwante begrippen
drogreden, frauderen, knoeien, misleiden, zwendelen, foppen, verschalken
Gepubliceerd op 10-11-2017
bedriegen
betekenis & definitie