Atjehs - Zelfstandignaamwoord
1. (taal) moedertaal van 3,5 miljoen Atjehers
Atjehs - Bijvoeglijk naamwoord
1. (demoniem) op Atjeh betrekking hebbend
♢ In 1824 sloten Engeland en Nederland een verdrag waarbij Nederland zich verplichtte geen inbreuk te maken op Atjehs onafhankelijkheid.
2. (taalkunde) in, uit of van het Atjehs
♢ De veelschrijver Snouck Hurgronje publiceerde talloze wetenschappelijke publicaties (...), legde de basis voor het Atjehs woordenboek en schreef vele populair-wetenschappelijke artikelen.
Woordherkomst
van Atjeh met het achtervoegsel -s
Gepubliceerd op 30-10-2017
Atjehs
betekenis & definitie