Gepubliceerd op 17-10-2017

astroloog

betekenis & definitie

astroloog - Zelfstandignaamwoord
1. (beroep) een beoefenaar van de astrologie

Woordherkomst
Afkomstig van het vroeg Latijnse woord astrologus, afgeleid van het Griekse ἀστρολογία, 'beschouwer van de sterren'
met het voorvoegsel astro- met het achtervoegsel -loog

Synoniemen
sterrenwichelaar

Verwante begrippen
astrologie