arbaä miniem - Zelfstandignaamwoord
1. (Jiddisch-Hebreeuws) de plantenbundel of loelav die wordt gebruikt bij de viering van Soekot, bestaande uit een palmtak (loelav), drie mirtetakjes (hadasiem, zie: hadas), twee wilgetakjes (aravot, zie: arava) en een citrusvrucht (etrog)
Woordherkomst
Herkomst: Hebreeuws, letterlijk: 'vier soorten'
Gepubliceerd op 17-10-2017
arbaä miniem
betekenis & definitie