Gepubliceerd op 17-10-2017

Arameeër

betekenis & definitie

Arameeër - Zelfstandignaamwoord
1. (Jiddisch-Hebreeuws) lid van het volk Aram-2 (10×: Gen. 25:20 +, Deut. 26:5, 2 Kon. 5:20 +)

Woordherkomst
Herkomst: Hebreeuws (gangbare Nederlandse versie), letterlijk: afleiding van 'Aram' met het achtervoegsel -er