apotheek - Zelfstandignaamwoord
1. (medisch) plaats waar men geneesmiddelen en andere gezondheidsproducten kan kopen
♢ Medicijnen die voorgeschreven zijn door de arts kun je ophalen bij de apotheek.
2. voorraad medicamenten
♢ Op vakantie heb ik een reisapotheek bij me.
Woordherkomst
via het Latijn uit het Grieks, met het voorvoegsel apo- met het achtervoegsel -theek
Gepubliceerd op 31-10-2017
apotheek
betekenis & definitie