angstvallig - Bijvoeglijk naamwoord
1. schrikachtig, bangelijk
♢ Er viel een angstvallige stilte.
2. zorgvuldig tot in kleinigheden
♢ Hij is een angstvallig persoon.
Woordherkomst
Samenstellende afleiding van angst en de stam van vallen met het achtervoegsel -ig
Synoniemen
[2] pietluttig, scrupuleus, nauwgezet
Verwante begrippen
bedeesd, beschroomd, fijngevoelig, kies, schroomvallig, schuchter
Gepubliceerd op 31-10-2017
angstvallig
betekenis & definitie