Gepubliceerd op 31-10-2017

amper

betekenis & definitie

amper - Bijwoord
1. nauwelijks, bijna niet
Hij kon amper ademhalen.
Hij kon amper naar de toilet lopen.

Woordherkomst
Onzeker. Mogelijk van Middelnederlands amper "bitter", via een uitdrukking die "met moeite" zou betekenen. Anders mogelijk van Maleis hampir.