amper - Bijwoord
1. nauwelijks, bijna niet
♢ Hij kon amper ademhalen.
♢ Hij kon amper naar de toilet lopen.
Woordherkomst
Onzeker. Mogelijk van Middelnederlands amper "bitter", via een uitdrukking die "met moeite" zou betekenen. Anders mogelijk van Maleis hampir.
Gepubliceerd op 31-10-2017
amper
betekenis & definitie