allotropie - Zelfstandignaamwoord
1. (scheikunde) het verschijnsel dat hetzelfde chemisch element of dezelfde vaste verbinding in verschillende verschijningsvormen kan voorkomen met een verschillende kristalstructuur
Woordherkomst
Een pseudo-Grieks woord, in 1872 door Jöns Jacob Berzelius gevormd op basis van de Oudgriekse woorden ἄλλος (allos; "ander") (met het voorvoegsel allo-) en τρόπος (tropos; "manier").
afgeleid van allotroop met het achtervoegsel -ie
Gepubliceerd op 17-10-2017
allotropie
betekenis & definitie