akonietjes - Zelfstandignaamwoord
1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord akoniet
2. meervoud van het zelfstandig naamwoord akonietje
♢ Zie hier het huisje reeds van Manus; wij nemen het binnenwegje tusschen bermen met hakhout, de akonietjes glinsteren er onder en het speenkruid met zijn donkere blaadjes als hartjes.
Woordherkomst
akonietje met uitgang -s
Gepubliceerd op 31-10-2017
akonietjes
betekenis & definitie