afzonderen

betekenis & definitie

afzonderen - Werkwoord
1. (refl) zich ~ zichzelf uit de groep halen
♢ De man wilde zich graag afzonderen toen hij met die groep wildebrassen op stap ging.
2. (ov) afscheiden

Woordherkomst
samenstelling van af(bijwoord) en zonderen(werkwoord) (verouderd)

Synoniemen
isoleren