Gepubliceerd op 31-10-2017

afzichtelijk

betekenis & definitie

afzichtelijk - Bijvoeglijk naamwoord
1. zo lelijk dat men de neiging heeft de blik elders te richten
Ik dat ongeluk liep hij een afzichtelijke brandwond op.

Woordherkomst
Afgeleid van het verouderde afzicht (lelijkheid) met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-

Synoniemen
afgrijselijk