afwijking - Zelfstandignaamwoord
1. (techniek) het niet goed afgesteld staan en naar een bepaalde kant neigen
♢ Het stuur had een afwijking naar links.
2. (medisch) lichamelijk gebrek of het niet volledig bij het verstand zijn
♢ Een aangeboren afwijking aan de aortaklep.
♢ Het buurmeisje had een afwijking, maar was ook erg aardig.
Woordherkomst
Naamwoord van handeling van afwijken met het achtervoegsel -ing
Synoniemen
[2] het zieke, het abnormale, het verkeerde
Antoniemen
[2] het normale, het gewone, het gezonde, het goede
Verwante begrippen
aberratie, anomalie, onregelmatigheid, verschil, deviatie
Gepubliceerd op 31-10-2017
afwijking
betekenis & definitie