afvuren - Werkwoord
1. (ov) wegschieten van kogels, projectielen
♢ De groepering vuurde raketten af op vijandelijke doelen.
♢ De erewacht vuurde saluutschoten af.
Woordherkomst
samenstelling van af(bijwoord) en vuren(werkwoord)
Gepubliceerd op 31-10-2017
afvuren
betekenis & definitie