afvegen - Werkwoord
1. (ov) met een doekje of papiertje vuil weghalen
♢ Hij moest eerst zijn handen afvegen voordat hij de man kon feliciteren.
♢ Hij veegde zijn handen af aan zijn broek.
Woordherkomst
samenstelling van af(bijwoord) en vegen(werkwoord)
Gepubliceerd op 31-10-2017
afvegen
betekenis & definitie