afslag - Zelfstandignaamwoord
1. een uitrit die van een snelweg afvoert
♢ We hebben de afslag toch niet gemist?
2. (numismatiek) een muntslag met originele stempels in een afwijkend metaal
♢ Dit is een afslag in zilver.
3. (muziek) een teken van de dirigent om het musiceren te beëindigen
♢ Na die volkomen foutieve inzet van de sopranen kon de dirigent alleen nog maar een afslag geven.
4. (economie) een veiling waar de voorgestelde prijs geleidelijk verlaagd wordt
♢ De stadsomroeper was in 1795 verplicht om in de stad bekend te maken dat er vis aan de afslag te koop werd aangeboden.
Woordherkomst
samenstelling van af en slag
Naamwoord van handeling van afslaan
Synoniemen
[1] afrit
Antoniemen
[1] oprit
[4] opbod
Gepubliceerd op 31-10-2017
afslag
betekenis & definitie