aflossen - Werkwoord
1. (ov) de plaats innemen van, in zijn taak vervangen
♢ Hij loste de bewaker af.
2. (ov) geheel of gedeeltelijk voldoen, terugbetalen
♢ Zij moest haar schuld nog aflossen.
Woordherkomst
samenstelling van af(bijwoord) en lossen(werkwoord)
Gepubliceerd op 31-10-2017
aflossen
betekenis & definitie