Gepubliceerd op 31-10-2017

afleggen

betekenis & definitie

afleggen - Werkwoord
1. (ov) het voorbereiden van de overledene(n) op de begrafenis
De kinderen hielpen mee met het afleggen van hun dode vader.
2. (ov) afstand overbruggen
Ik moest tien kilometer afleggen om thuis te komen.
3. (inerg) ~ tegen: verliezen van
Frankrijk legde het af tegen Nederland tijdens de voetbalwedstrijd.
4. van het lichaam doen
Het legde zijn jas af bij het binnentreden van het warme klaslokaal.
5. doen, volbrengen
een examen afleggen

Woordherkomst
samenstelling van af(bijwoord) en leggen(werkwoord)