afgewind - Bijvoeglijk naamwoord
1. met wind die van een bepaalde plaats wegblaast
♢ In het zo landelijk gelegen boerendorpje had men de noodklok niet gehoord. Dit was alleszins verklaarbaar. Immers de N. W.- storm was voor die bewoners afgewind.
Woordherkomst
samenstellend afgeleid van af (bijwoord) en wind#Zelfstandig naamwoord (zelfstandig naamwoord) met het voorvoegsel ge-
Antoniemen
aangewind
Zie ook
afgewend, afgewonden
Gepubliceerd op 31-10-2017
afgewind
betekenis & definitie