Gepubliceerd op 31-10-2017

afgewind

betekenis & definitie

afgewind - Bijvoeglijk naamwoord
1. met wind die van een bepaalde plaats wegblaast
In het zo landelijk gelegen boerendorpje had men de noodklok niet gehoord. Dit was alleszins verklaarbaar. Immers de N. W.- storm was voor die bewoners afgewind.

Woordherkomst
samenstellend afgeleid van af (bijwoord) en wind#Zelfstandig naamwoord (zelfstandig naamwoord) met het voorvoegsel ge-

Antoniemen
aangewind

Zie ook
afgewend, afgewonden