adviserend - Werkwoord
1. onvoltooid deelwoord vanadviseren
* ad·vi·se·rend
adviserend - Bijvoeglijk naamwoord
1. tegen iemand zeggend wat het beste voor hem zou zijn, raadgevend, aanbevelingen gevend
♢ - Een arts heeft steeds meer een adviserende rol voor haar patiënten en veel minder een dwingend voorschrijvende rol.
2. inlichtingen gevend
♢ - Deze commissies hebben aanmerkelijk minder bevoegdheden en hebben vooral een adviserende taak.
Gepubliceerd op 31-10-2017
adviserend
betekenis & definitie