adequaat - Bijvoeglijk naamwoord
1. correct en passend bij het beoogde doel
♢ Zout is een adequaat middel tegen gladheid.
♢ De piloot reageerde adequaat toen de motoren van het vliegtuig uitvielen en wist het vliegtuig keurig op de snelweg te laten landen.
Woordherkomst
Afkomstig uit het Latijn.
Synoniemen
toereikend
Gepubliceerd op 31-10-2017
adequaat
betekenis & definitie