adem - Zelfstandignaamwoord
1. (medisch) de lucht die levende wezens in zich opnemen en weer uitdrijven
♢ De benauwde patiënt kreeg geen adem meer.
♢ Zijn adem klonk niet goed.
adem - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ademen
♢ Ik adem
2. gebiedende wijs van ademen
♢ adem!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ademen
♢ adem je?
Woordherkomst
afgeleid van asem
Verwante begrippen
asem
Gepubliceerd op 31-10-2017
adem
betekenis & definitie