achterklap - Zelfstandignaamwoord
1. kwaadsprekerij achter iemands rug om
♢ Simon Sebag Montefiore (1965) schreef o.a. een alom geprezen tweedelige Stalin-biografie. In zijn nieuwe boek raken belangrijke gebeurtenissen ondergesneeuwd door erotische hoogstandjes en achterklap.
♢ Charles gaat in Woodstock wonen en maakt er een prachtige plaat waarop het liedje staat waar Hoskyns zijn boek naar vernoemde: ‘Small Town Talk’, over de roddel en achterklap in Woodstock: ‘you know how people are. They can't stand to see, someone else doing what they want to’.
achterklap - Werkwoord
1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achterklappen
♢... dat ik achterklap
Woordherkomst
samenstelling van achter en klap
Uitdrukkingen en gezegden
♦ er zouden geen achterklappers zijn waren er geen aanhoorders
er wordt alleen geroddeld als er ook naar geluisterd wordt
Synoniemen
roddel, geklep, geklets, geroddel, kwaadsprekerij, labbekakkerij, laster, lasterpraat, roddelarij, roddelpraat, smaad, zwartmaken, eerroof, lastering
Gepubliceerd op 31-10-2017
achterklap
betekenis & definitie