absolveren - Werkwoord
1. (ov) (rooms-katholicisme) zonden vergeven
♢ De man werd geabsolveerd.
2. (ov) (van tentamens) vrijstelling verlenen
♢ De leerling werd voor één keer geabsolveerd.
Woordherkomst
van het Latijnse 'absolvere' (bevrijden)
Verwante begrippen
vrijspreking
Gepubliceerd op 31-10-2017
absolveren
betekenis & definitie