Gepubliceerd op 31-10-2017

aanwending

betekenis & definitie

aanwending - Zelfstandignaamwoord
1. het iets ergens voor gebruiken
De aankoop van dat ‘huis’ – duinvilla is een betere benaming – is namelijk een van de belangrijkste redenen voor de schorsing. De lening voor de koopsom van 1,5 miljoen is verstrekt door Monticello, een van Roets bv’s op het eiland Man. De rechtbank vraagt zich af „of hier sprake is van een oneigenlijke aanwending van de inleggelden van de deelnemers”: of de hypotheek dus bestaat uit het inschrijfgeld à 35 euro per Loterijverlies-deelnemer.

Woordherkomst
afleding van Naamwoord van handeling aanwenden met het achtervoegsel -ing

Synoniemen
benutting, toepassing