Gepubliceerd op 31-10-2017

aanvliegen

betekenis & definitie

aanvliegen - Werkwoord
1. ergatief vliegend naderen
Er kwam een vlucht wulpen aangevlogen die vlak voor onze neus neerstreek.
2. (ov) onstuimig afkomen op
Onze anders zo vriendelijke hond vloog de inbreker genadeloos aan.

Woordherkomst
samenstelling van aan(voorzetsel) en vliegen(werkwoord)