aanvaring

betekenis & definitie

aanvaring - Zelfstandignaamwoord
1. (scheepvaart) botsing van een schip met een ander schip of object
♢ Als een vrachtschip een aanvaring heeft met een plezierjacht loopt het meestal slecht af met het plezierjacht.
2. (figuurlijk) conflict
♢ De leraren hadden vaak een aanvaring met de opstandige student.
♢ Pubers behoren vaak aanvaringen te hebben met hun ouders.

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van aanvaren met het achtervoegsel -ing.