Gepubliceerd op 31-10-2017

aangestoken

betekenis & definitie

aangestoken - Bijvoeglijk naamwoord
1. met een begin van rotting
Bij voor winterprovisie opgeslagen appels en peren kunnen aangestoken exemplaren het gave fruit aansteken.
2. besmet
De aangestoken kinderen kregen nu ook de mazelen.</ref>

aangestoken - Werkwoord
1. voltooid deelwoord van aansteken