Gepubliceerd op 31-10-2017

aangeschoten

betekenis & definitie

aangeschoten - Werkwoord
1. voltooid deelwoord van aanschieten

aangeschoten - Bijvoeglijk naamwoord
1. getroffen
Tijdens de oorlog kwam er een keer een aangeschoten bommenwerper brandend overvliegen.
2. een beetje dronken
Hij fietste in aangeschoten toestand naar huis.
3. (voetbal: hands) onopzettelijk
Hij wist na het aangeschoten hands een doelpunt te maken.