aangebrand - Bijvoeglijk naamwoord
1. vastgebrand.
♢ Het aangebrande eten was niet lekker meer.
2. boos.
♢ De politie moest de aangebrande man van de plek verwijderen.
aangebrand - Werkwoord
1. voltooid deelwoord van aanbranden
Uitdrukkingen en gezegden
♦ gauw aangebrand zijn
lichtgeraakt
Gepubliceerd op 31-10-2017
aangebrand
betekenis & definitie